In de ayurveda draait het om de drie dosha’s waaruit de constitutie van ieder willekeurig mens kan bestaan. Vata’s, pitta’s en kapha’s hebben elk hun eigen (lichaams)kenmerken en het gaat erom de specifieke dosha in balans te houden. Voeding is daarvoor belangrijk, want door het eten van bepaald voedsel kan de dosha uit balans raken danwel juist weer in evenwicht worden gebracht.
Iemand met een pitta-constitutie bijvoorbeeld is van zichzelf gedreven en vurig. Voor pitta-personen is het daarom niet raadzaam scherp te eten. Kapha-personen hebben een gemoedelijk karakter. Deze persoon is niet gebaat bij zoet, want teveel zoet maakt de kapha té gemoedelijk (lees zappend op de bank). Maar als uw dominante constitutie vata is, is zoet juist wel weer goed. Vata’s zijn vluchtig en gehaast en komen door zoet tot zichzelf. Zij zijn echter weer niet gebaat bij bitter eten, terwijl dat voor een pitta uitstekend is omdat het verkoelend werkt.
Ingrediënten:
Laat de mungbonen eerst 3 dagen in water ontkiemen, liefst 2x daags het water verversen. Na 3 dagen de ontsproten mungbonen samen met de kombu aan de kook brengen. Als ze gaar zijn, de kombu eruit halen, deze bewaren, en de bonen met de staafmixer pureren. Even wegzetten.
De olie verwarmen in hapjespan, kruiden toevoegen en aanfruiten. Roer 2 minuten en voeg dan de groentes toe. 2 tot 6 kopjes water en de kombu toevoegen en aan de kook brengen. Deksel erop en even laten sudderen tot de groentes bijna gaar zijn. Dan de gepureerde mungbonen toevoegen en eventueel nog wat water. Nog 5 minuten koken en klaar. Serveren met gemalen kokos of met korianderblaadjes en een garnituur van basmatirijst, gerst, quinoa, tarwe of zilvervliesrijst.
Eet smakelijk!